Worden er meerdere routers gebruikt?
Als er meerdere routers worden gebruikt, kan het tot stand brengen van een verbinding met de ScanSnap Cloud-server mislukken.
Schakel de routerfunctie op de draadloze router uit en controleer of de verbinding tot stand kan worden gebracht.
Bevinden de ScanSnap en het draadloze toegangspunt zich ver van elkaar? En, is er iets dat het signaal kan blokkeren (zoals muren en metalen wanden) of een elektromagnetische bron?
Het signaal tussen het draadloos toegangspunt en de ScanSnap is zwak of er is misschien signaalstoring.
Controleer, op het aanraakscherm van de ScanSnap, de signaalstatus met het pictogram dat boven aan het startscherm wordt weergegeven.
|
Pictogram |
Signaalstatus |
|---|---|
|
|
Signaalsterkte: Sterk |
|
|
Signaalsterkte: Gemiddeld |
|
|
Signaalsterkte: Zwak |
|
|
Geen signaal/Zoeken naar een draadloos toegangspunt/Geen draadloos toegangspunt opgegeven |
Als de signaalstatus niet goed is, zet de ScanSnap en het draadloos toegangspunt dan op andere plaatsen.
-
Zet de ScanSnap dichter bij het draadloos toegangspunt.
-
Verplaats de ScanSnap en het draadloos toegangspunt uit de buurt van volgende items:
- Obstakels die het signaal kunnen blokkeren (bijvoorbeeld muren en metalen wanden)
- Apparaten die signaalstoring kunnen veroorzaken (bijvoorbeeld microgolfovens en draadloze telefoons) en draadloze apparaten
-
Wijzig de richting van de ScanSnap.
-
Zelfs wanneer de signaalstatus goed is, kan de communicatie binnen het bereik van een bepaalde frequentie in bepaalde draadloze kanalen zwak worden, omwille van signaalstoring zoals ruis.
Wanneer u zich in een regio bevindt waar andere Wi-Fi-netwerken dan 2,4 GHz beschikbaar zijn, selecteer dan niet [Automatisch] voor de frequentie om verbinding te maken met de ScanSnap. Selecteer [2,4 GHz] of [5 GHz] afhankelijk van waar u de ScanSnap gebruikt.
Voor meer informatie over het wijzigen van de frequentie voor verbinding met ScanSnap, raadpleeg ScanSnap Help.
Wijzig de waarde van het draadloze kanaal op het draadloos toegangspunt indien nodig.
Voor details, raadpleeg de handleiding van uw draadloos toegangspunt.
Als de signaalstatus niet verbetert na het wijzigen van de scannerlocatie, volg dan de onderstaande stappen om te controleren of de signaalstatus verbetert door de Wi-Fi-verbinding van de ScanSnap uit te schakelen en vervolgens weer in te schakelen.
-
Druk op
in het startscherm op het aanraakscherm van de ScanSnap om het scherm [Instellingen] weer te geven.
-
Druk op [Draadloze instellingen] om het scherm [Draadloze instellingen] weer te geven.
-
Druk op [Verbindingsinstellingen] om het scherm [Verbindingsinstellingen] weer te geven.
-
Selecteer [Wi-Fi uit].
-
Druk op
om terug te gaan naar het scherm [Draadloze instellingen].
-
Druk op nogmaals op [Verbindingsinstellingen] om het scherm [Verbindingsinstellingen] weer te geven.
-
Selecteer [Verbinding toegangspunt].
-
Druk op
om terug te keren naar het startscherm.
Is er een DNS-server ingesteld op de ScanSnap?
Als er een statisch IP-adres is ingesteld voor de ScanSnap, stelt u dit in op een DNS-server op de ScanSnap.
Voor meer informatie over het gebruiken van een DNS-server voor de internetverbinding, raadpleeg ScanSnap Help.
Hebt u verbinding gemaakt met het internet via een proxyserver?
Als u verbinding maakt met internet via een proxyserver, stelt u een proxyserver in voor de ScanSnap.
Voor details, raadpleeg ScanSnap Help.
Gebruikt u een openbare draadloze LAN-dienst?
De functie voor het opslaan van een afbeelding die is gemaakt van een document dat u met de ScanSnap hebt gescand naar een clouddienst wordt niet ondersteund op openbare draadloze LAN-diensten in de veronderstelling dat de ScanSnap gebruikt zal worden in een Wifi-omgeving in een kantoor of thuis.
Verbind de ScanSnap met een ander netwerk dan een openbaar draadloos LAN-netwerk.
Is het draadloos toegangspunt ingeschakeld? Controleer eventueel of er fouten of storingen zijn op het draadloze toegangspunt?
Schakel het draadloos toegangspunt in.
Als het draadloos toegangspunt is ingeschakeld, start het dan opnieuw op en controleer vervolgens of er geen fouten of storingen zijn op het draadloos toegangspunt.
Voor details over fouten van het draadloos toegangspunt, raadpleeg de handleiding van uw draadloos toegangspunt.