Was het netwerk losgekoppeld tijdens het downloaden van de firmwaregegevens?
Als de verbinding met het netwerk wordt verbroken tijdens het downloaden van de firmwaregegevens, wordt het downloaden van de firmwaregegevens niet voltooid en kan de firmware niet worden bijgewerkt.
Controleer de netwerkomgeving en werk de firmware opnieuw bij volgens de volgende procedure:
-
Verbind de computer met het netwerk.
-
Sluit de ADF-papierbaan (afdekking) om de ScanSnap uit te schakelen en open daarna de ADF-papierbaan (afdekking) om het toestel opnieuw in te schakelen.
-
De firmware updaten.
-
Wanneer het venster [Verbinding met ScanSnap] op de computer wordt weergeven
Klik op de knop [Opnieuw proberen].
-
Wanneer het venster [Verbinding met ScanSnap] niet op de computer wordt weergeven
Update de firmware in de [ScanSnap - firmware-update].
Voor details, raadpleeg ScanSnap Help.
-
Wordt "BOOT MODE" weergegeven op het aanraakscherm van de ScanSnap?
Wanneer "BOOT MODE" wordt weergegeven op het aanraakscherm van de ScanSnap, raadpleegt u [Windows/macOS] Een "BOOT MODE" bericht wordt weergegeven op het aanraakscherm om de juiste maatregelen te nemen.
Is het draadloos toegangspunt ingeschakeld? Controleer eventueel of er fouten of storingen zijn op het draadloze toegangspunt?
Schakel het draadloos toegangspunt in.
Als het draadloos toegangspunt is ingeschakeld, start het dan opnieuw op en controleer vervolgens of er geen fouten of storingen zijn op het draadloos toegangspunt.
Voor details over fouten van het draadloos toegangspunt, raadpleeg de handleiding van uw draadloos toegangspunt.
Bevinden de ScanSnap en het draadloze toegangspunt zich ver van elkaar? En, is er iets dat het signaal kan blokkeren (zoals muren en metalen wanden) of een elektromagnetische bron?
Het signaal tussen het draadloos toegangspunt en de ScanSnap is zwak of er is misschien signaalstoring.
Controleer, op het aanraakscherm van de ScanSnap, de signaalstatus met het pictogram dat boven aan het startscherm wordt weergegeven.
Pictogram |
Signaalstatus |
---|---|
|
Signaalsterkte: Sterk |
|
Signaalsterkte: Gemiddeld |
|
Signaalsterkte: Zwak |
|
Geen signaal/Zoeken naar een draadloos toegangspunt/Geen draadloos toegangspunt opgegeven |
Als de signaalstatus niet goed is, zet de ScanSnap en het draadloos toegangspunt dan op andere plaatsen.
-
Zet de ScanSnap dichter bij het draadloos toegangspunt.
-
Verplaats de ScanSnap en het draadloos toegangspunt uit de buurt van volgende items:
- Obstakels die het signaal kunnen blokkeren (bijvoorbeeld muren en metalen wanden)
- Apparaten die signaalstoring kunnen veroorzaken (bijvoorbeeld microgolfovens en draadloze telefoons) en draadloze apparaten
-
Wijzig de richting van de ScanSnap.
-
Zelfs wanneer de signaalstatus goed is, kan de communicatie binnen het bereik van een bepaalde frequentie in bepaalde draadloze kanalen zwak worden, omwille van signaalstoring zoals ruis.
Wanneer u zich in een regio bevindt waar andere Wi-Fi-netwerken dan 2,4 GHz beschikbaar zijn, selecteer dan niet [Automatisch] voor de frequentie om verbinding te maken met de ScanSnap. Selecteer [2,4 GHz] of [5 GHz] afhankelijk van waar u de ScanSnap gebruikt.
Voor meer informatie over het wijzigen van de frequentie voor verbinding met ScanSnap, raadpleeg ScanSnap Help.
Wijzig de waarde van het draadloze kanaal op het draadloos toegangspunt indien nodig.
Voor details, raadpleeg de handleiding van uw draadloos toegangspunt.
-
Als u 2,4 GHz Wi-Fi gebruikt en de firmware-update mislukt, gebruik dan 5 GHz Wi-Fi.
Zijn de ScanSnap en de computer verbonden met dezelfde netwerknaam (SSID)?
Verbind de ScanSnap en de computer met dezelfde netwerknaam (SSID).
Hebt u enige instellingen voor machtiging van communicatie ingesteld op het draadloos toegangspunt?
Als de instellingen op het draadloos toegangspunt zijn geconfigureerd op onderstaande manieren, volg dan de overeenkomstige instructies.
-
Communicatie tussen draadloze apparaten is uitgeschakeld (bijvoorbeeld omwille van een scheidingsfunctie voor privacy of een poortscheidingsfunctie)
Communicatie tussen draadloze apparaten en het draadloos toegangspunt inschakelen.
-
Wanneer de SSID verzending, zoals ANY-verbinding is uitgeschakeld
Schakel de SSID verzending in op het draadloos toegangspunt. Configureer anders de Wifi-instellingen handmatig.
-
Wanneer de functie protocolfilter is geconfigureerd
Configureer het protocol op het draadloos toegangspunt.
-
Wanneer de stealth-functie is geconfigureerd
Schakel de stealth-functie uit en configureer daarna de Wifi-instellingen opnieuw door middel van de WPS-functie. Configureer anders de Wifi-instellingen handmatig.
-
Wanneer MAC-adresfiltering is geconfigureerd
Stel het MAC-adres voor de ScanSnap in op het draadloos toegangspunt en configureer daarna opnieuw de Wifi-instellingen.
Bovendien kan het ingestelde kanaal worden gebruikt met een ander draadloos toegangspunt.
Wijzig in dit geval de waarde van het draadloze kanaal op het draadloos toegangspunt.
Voor details over de instellingen van het draadloos toegangspunt, raadpleeg de handleiding van uw draadloos toegangspunt.
Wordt de draadloze communicatie tussen de ScanSnap en de computer beperkt door uw beveiligingssoftware?
Als de communicatie tussen het IP-adres van de ScanSnap en de computer wordt beperkt door uw beveiligingssoftware, sta deze communicatie dan toe.
Raadpleeg de handleiding van de beveiligingssoftware die u gebruikt voor details over het uitsluiten van deze communicatie van bewaking door uw beveiligingssoftware.
Gebruikt u een repeater voor het draadloos toegangspunt?
Wanneer u een repeater voor het draadloos toegangspunt gebruikt, en zowel de verbinding tussen het toegangspunt en de repeater als de verbinding tussen de repeater en zowel de ScanSnap als de computer gebruikmaken van dezelfde frequentieband, wordt de communicatiesnelheid gehalveerd.
Als de communicatiesnelheid afneemt, kan de firmware-update mislukken.
Verbind het draadloos toegangspunt en de repeater,
evenals de repeater
en zowel de ScanSnap als de computer, met verschillende frequentiebanden zoals hieronder aangegeven.
Raadpleeg de handleiding van de gebruikte repeater voor details over het instellen van de frequentieband.
Houd er rekening mee dat de communicatiesnelheid kan afnemen, afhankelijk van de locaties van het draadloos toegangspunt en de repeater.
Raadpleeg onderstaande informatie en verplaats het draadloos toegangspunt en de repeater naar verschillende locaties.
-
Plaats het draadloos toegangspunt en de repeater dichter bij elkaar
-
Plaats het draadloos toegangspunt en de repeater uit de buurt van de volgende items:
-
Obstakels die het signaal kunnen blokkeren (bijvoorbeeld muren en metalen wanden)
-
Apparaten die signaalstoring kunnen veroorzaken (bijvoorbeeld microgolfovens en draadloze telefoons) en draadloze apparaten
-
-
Wijzig de richting van de repeater
Als het probleem aanhoudt, verbind de ScanSnap en de computer met een USB-kabel en werk de firmware bij.