Hebt u het document juist in de ScanSnap geladen?
Laad het document op de juiste manier.
Voor details over het laden van documenten, raadpleeg ScanSnap Help.
Hebt u een dun papier, een krantenknipsel of een document gescand dat moeilijk in te voeren is?
De volgende types van documenten kunnen niet zachtjes ingevoerd worden:
-
Dun papier
-
Gescheurd papier
-
Niet-rechthoekig papier zoals krantenknipsels
-
Geperforeerd papier
-
Gekreukeld of gekruld papier
Plaats één vel per keer in een optionele (drager)folie en voer een scan uit.
Hebt u de ontvangstbewijsgeleider goed op de ScanSnap aangesloten?
Als de ontvangstbewijsgeleider niet goed is geïnstalleerd, worden de documenten mogelijk niet soepel ingevoerd.
Bevestig de ontvangstbewijsgeleider stevig totdat deze vastklikt.
Voor details over het bevestigen van de ontvangstbewijsgeleider, raadpleeg ScanSnap Help.
Hebt u een dik papier gescand?
De volgende types van documenten kunnen niet zachtjes ingevoerd worden:
-
Dik papier
-
Visitekaartjes
-
Postkaarten
Voer een van de volgende zaken uit:
-
Druk het eerste document lichtjes in wanneer het scannen begint.
-
Laad het document in de ScanSnap met een andere afdrukstand.
Hebt u een dikke plastic kaart gescand?
Er is een limiet aan de dikte van plastic kaarten die met de ScanSnap kan worden gescand. Het scannen van een plastic kaart die deze limiet overschrijdt kan de kaart beschadigen of een papierstoring veroorzaken.
Raadpleeg ScanSnap Help voor meer informatie over documenten die kunnen worden gescand met de ScanSnap.
Als u de scaninstellingen in het scanvenster wijzigt en een document scant, zullen de scaninstellingen, na het scannen, terugkeren naar de instellingen van voor de wijzigingen.Wanneer u altijd documenten wilt scannen met dezelfde instellingen, moeten de scaninstellingen als een profiel worden opgeslagen.
Is de rollenset versleten?
Vervang de rollenset.
Zie ScanSnap Help voor meer informatie over het vervangen van de rollenset.
Is de rollenset vuil?
Maak de rollenset schoon.
Voor details over het reinigen, raadpleeg ScanSnap Help.
Hebt u documenten gescand die langer zijn dan 360 mm met [Uitstekend] geselecteerd?
Het selecteren van [Uitstekend] voor het beeldkwaliteitsniveau in de scaninstellingen beperkt het scannen van documenten tot een lengte van 360 mm.
Wanneer u documenten scant die langer zijn dan 360 mm, verander het beeldkwaliteitsniveau naar een ander niveau dan [Uitstekend] in de volgende procedure en voer vervolgens een scan uit.
-
Geef het scanvenster van ScanSnap Home weer op de computer.
-
Selecteer het profiel dat u gebruikt uit de lijst met profielen.
-
Klik op de [Profielen bewerken]-knop om het venster [Profielen bewerken] weer te geven.
-
Klik op de knop [Gedetailleerde instellingen] in [Scaninstellingen] om het venster [Gedetailleerde instellingen] weer te geven.
-
Verander [Beeldkwaliteit] naar een instelling anders dan [Uitstekend] op het tabblad [Scan].
Bevinden er zich vreemde voorwerpen in de ScanSnap?
Voer volgende zaken uit:
-
Verwijder het document uit de ADF-papierbaan (afdekking).
-
Trek de ADF-vrijmaaklip
naar u toe om het ADF-bovendeel
te openen.
-
Verwijder vreemde voorwerpen binnenin de ScanSnap.
-
Sluit het bovendeel van de ADF.
Sluit het ADF-bovendeel tot dit op zijn plaats klikt.
Wanneer het ADF-bovendeel gesloten is, komt het geluid van de draaiende roller naar buiten.
AANDACHT-
Zorg ervoor dat het ADF-bovendeel volledig gesloten is.
Anders kan het papier blokkeren of kunnen er zich toevoerfouten of foute afbeeldingen voordoen.
-
Laad documenten nadat het geluid van de draaiende rol stopt.
Hebt u documenten gescand die waren vastgemaakt met metalen voorwerpen zoals nietjes of paperclips?
Verwijder de nietjes of paperclips voordat u een scan uitvoert.
Hebt u een andere optie dan [Automatische detectie] geselecteerd voor [Documentformaat] in de scaninstellingen?
Selecteer [Automatische detectie] of hetzelfde formaat als het document voor [Documentformaat] in de volgende procedure:
-
Geef het scanvenster van ScanSnap Home weer op de computer.
-
Selecteer het profiel dat u gebruikt uit de lijst met profielen.
-
Klik op de [Profielen bewerken]-knop om het venster [Profielen bewerken] weer te geven.
-
Klik op de [Optie]-knop voor [Toevoer] om het venster [Toevoeroptie] weer te geven.
-
Selecteer [Automatische detectie] of hetzelfde formaat als het document voor [Documentformaat].