[Windows/macOS] Een "Geen opslagbestemming gevonden." bericht wordt weergeven op het aanraakscherm

Is de ScanSnap met het netwerk verbonden?

Controleer het volgende:

• Zijn er geen problemen met de status en instellingen van uw netwerkomgeving?

• Is het draadloos toegangspunt ingeschakeld?

Na het controleren van het bovenstaande, sluit de ADF-papierbaan (afdekking) om de ScanSnap uit te schakelen, open de ADF-papierbaan (afdekking) om het toestel opnieuw in te schakelen en controleer of het probleem is opgelost.

Zijn de server die als de opslaglocatie is opgegeven en de ScanSnap verbonden met hetzelfde draadloze toegangspunt?

De server die als de opslaglocatie is opgegeven en de ScanSnap moeten met hetzelfde draadloze toegangspunt zijn verbonden.

Als de ScanSnap met een ander draadloze toegangspunt is verbonden dan de server, wijzig het draadloze toegangspunt waarmee de ScanSnap is verbonden.

Raadpleeg ScanSnap Help voor meer informatie over het opnieuw verbinden van de ScanSnap met een ander draadloos toegangspunt.

Is de service voor bestandsuitwisseling (SMB) voor de server opgegeven als opslaglocatie ingeschakeld?

Als de service voor bestandsuitwisseling (SMB) uitgeschakeld is, schakel deze in.

Is de gebruikersaccount voor verbinding met de netwerkmap die als de opslaglocatie is opgegeven vergrendeld?

Als uw account vergrendeld is, ontgrendel deze.

Heeft de server die als de opslaglocatie is opgegeven voldoende vrije schijfruimte?

Werd de juiste server als de opslaglocatie opgegeven?

Is de server die als de opslaglocatie is opgegeven ingeschakeld?

Zijn er afwijkingen in de netwerkstatus van de opslaglocatie?

Indien nodig, geef de netwerkmap van de opslaglocatie opnieuw op volgens de volgende procedure:

1. Geef het scanvenster van ScanSnap Home weer op de computer.

   • Het scanvenster weergeven

2. Selecteer het profiel dat u gebruikt uit de lijst met profielen.

3. Klik op de [Profielen bewerken]-knop om het venster [Profielen bewerken] weer te geven.

4. Klik op de [Bladeren]-knop voor [Opslaan naar] in [Opties beheren] en geef de netwerkmap op waar de gescande afbeeldingen opgeslagen zullen worden.

5. Klik op de knop [Opslaan].

   Wanneer het venster [Voer de netwerkgegevens in] verschijnt, stel de gebruikersnaam, het wachtwoord en het domein in om met de netwerkmap te verbinden.

Werd de juiste server als de opslaglocatie opgegeven?

Indien nodig, geef de netwerkmap van de opslaglocatie opnieuw op volgens de volgende procedure:

1. Geef het scanvenster van ScanSnap Home weer op de computer.

   • Het scanvenster weergeven

2. Selecteer het profiel dat u gebruikt uit de lijst met profielen.

3. Klik op de [Profielen bewerken]-knop om het venster [Profielen bewerken] weer te geven.

4. Klik op de [Bladeren]-knop voor [Opslaan naar] in [Opties beheren] en geef de netwerkmap op waar de gescande afbeeldingen opgeslagen zullen worden.

5. Klik op de knop [Opslaan].

   Wanneer het venster [Voer de netwerkgegevens in] verschijnt, stel de gebruikersnaam, het wachtwoord en het domein in om met de netwerkmap te verbinden.

Zijn de juiste DNS-servers voor de ScanSnap geconfigureerd?

Controleer of de juiste DNS-servers voor de ScanSnap zijn geconfigureerd en geef, indien nodig, de servers opnieuw op.

Raadpleeg ScanSnap Help voor meer informatie over het controleren van een DNS-server van de ScanSnap.

Zijn er afwijkingen in de netwerkstatus van de opslaglocatie?

Zorg ervoor dat er geen fouten in de netwerkstatus van de opslaglocatie zijn en probeer opnieuw.

Werken de DNS-servers?

Zorg ervoor dat de DNS-servers juist werken.